Bedrijfslogo van Berger Maritiem

Wijzig taal:

Berger Maritiem Logo Variant
Het Ballastwaterverdrag voorkomt de verspreiding van invasieve soorten, zoals de Chinese wolhandkrab op deze foto.
Het Ballastwaterverdrag voorkomt de verspreiding van invasieve soorten zoals de Chinese wolhandkrab, zichtbaar op deze foto.

Ballastwaterverdrag: D1- en D2-standaarden

Geschreven door: Jeroen Berger

Alleen al in Rotterdam meert iedere zeven minuten een schip aan of af. Deze schepen hebben allemaal ballastwater ingenomen of geloosd, waardoor iedere twee weken de gehele havencapaciteit van Rotterdam vervangen wordt door nieuw ballastwater. In dit water zitten talloze organismen die hier niet thuishoren, de zogenaamde exoten of niet-inheemse diersoorten. Deze exoten worden met ballastwater uit schepen geloosd en kunnen leiden tot grote lokale verstoringen van ons ecosysteem. Een bekend voorbeeld is de Chinese wolhandkrab (Eriocheir sinensis), een invasieve soort die Europese waterwegen heeft aangetast door inheemse soorten te verdringen en schade toe te brengen aan de infrastructuur. 

Dit probleem benadrukt de wereldwijde uitdaging die het Ballastwaterverdrag probeert aan te pakken. Dit verdrag, officieel de International Convention for the Control and Management of Ships’ Ballast Water and Sediments (BWMC), is gericht op het voorkomen van de verspreiding van schadelijke aquatische soorten via ballastwater. Het werd in 2004 aangenomen door de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) en is sinds 2017 van kracht.

In dit artikel gaan we in op de D1- en D2-standaarden van het Ballastwaterverdrag, technologische oplossingen zoals elektrochlorinatie en UV-behandeling, en de impact op scheepvaart en milieu. Daarnaast bespreken we aanvullende maatregelen die bijdragen aan een effectieve ballastwaterbeheerstrategie. We onderzoeken hoe deze standaarden helpen om mariene ecosystemen te beschermen en welke technologische innovaties reders en scheepseigenaren kunnen inzetten om te voldoen aan de regelgeving. Tot slot belichten we de economische en technische uitdagingen bij de implementatie van deze standaarden, en hoe internationale samenwerking essentieel is voor het succes van het verdrag.

D1- en D2-standaarden

Het Ballastwaterverdrag stelt twee normen vast om de verspreiding van schadelijke organismen te minimaliseren: de D1- en D2-standaarden. De D1-standaard geldt voor schepen met een bruto tonnage (GT) van 400 of meer en vereist dat minimaal 95% van het ballastwater wordt uitgewisseld in open zee, op een afstand van ten minste 200 zeemijl van de kust en op een diepte van minstens 200 meter. Deze tijdelijke maatregel, bekend als waterverversing, biedt schepen de tijd om zich aan te passen aan de strengere D2-standaard.

Vanaf september 2024 geldt de D2-standaard voor alle schepen die ballastwater gebruiken, ongeacht hun tonnage. Deze standaard verplicht de installatie van een ballastwaterbehandelingssysteem (BWTS). Sinds september 2017 moeten schepen aan deze norm voldoen bij de vernieuwing van hun International Oil Pollution Prevention (IOPP)-certificaat. Daarnaast moeten schepen beschikken over een Ballast Water Management Certificate (BWMC), een goedgekeurd ballastwatermanagementplan en een ballastwaterjournaal aan boord. De D2-standaard stelt specifieke limieten aan het aantal levende organismen dat mag worden geloosd, wat leidt tot een significante vermindering van ecologische risico’s.

Toezicht en certificering

In Nederland is de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van deze regelgeving. Erkende klassenbureaus, zoals Lloyd’s Register (LR) en DNV GL, certificeren en keuren de ballastwatermanagementplannen goed. Deze bureaus voeren inspecties en audits uit om te waarborgen dat de ballastwaterbehandelingssystemen effectief functioneren en voldoen aan internationale normen. Het ballastwaterjournaal dat schepen bijhouden, moet nauwkeurig zijn en voldoen aan de vastgelegde richtlijnen, maar hoeft niet apart te worden goedgekeurd. Bovendien kunnen schepen tijdens controles worden onderworpen aan steekproeven om de naleving te verifiëren. Niet-naleving kan leiden tot sancties, zoals boetes, intrekking van certificaten of zelfs ontmanteling van schepen.

Belang van sedimentbeheer

Naast de D1- en D2-standaarden speelt sedimentbeheer een essentiële rol in effectief ballastwaterbeheer. Regelmatige verwijdering van sedimenten uit ballasttanks voorkomt namelijk de ophoping van schadelijke organismen en toxines, wat de effectiviteit van ballastwaterbehandelingssystemen (BWTS) vergroot. Bovendien helpt sedimentbeheer bij het verminderen van slijtage aan BWTS en verlengt het de levensduur van deze installaties. Een goed sedimentbeheer draagt namelijk bij aan de algehele gezondheid van het ballastwatersysteem, waardoor het risico op technische storingen en milieuvervuiling wordt verminderd.

Technologische oplossingen

Om te voldoen aan de D2-standaard maken schepen gebruik van verschillende technologieën, waarvan elektrochlorinatie en UV-behandeling de meest gangbare methoden zijn. Elektrochlorinatie zet met behulp van elektriciteit zout water om in natriumhypochloriet, een krachtig desinfectiemiddel dat schadelijke organismen doodt. Hoewel deze techniek effectief is, kent het enkele nadelen. Elektrochlorinatie kan bijvoorbeeld schadelijke bijproducten vormen, zoals trihalomethanen (THM’s) en gehalogeneerde organische verbindingen, die zowel schadelijk kunnen zijn voor mariene ecosystemen als de gezondheid van bemanningsleden. Daarnaast is deze methode minder efficiënt in zoet of brak water, waar het lage zoutgehalte de elektrolyse minder effectief maakt. Bepaalde organismen kunnen bovendien resistent worden tegen chloriden, wat de effectiviteit van de behandeling vermindert. Verder vereisen deze systemen regelmatig onderhoud en kunnen ze hogere operationele kosten met zich meebrengen vanwege de constante toevoer van elektrolyse en chemicaliën.

UV-behandeling, daarentegen, maakt gebruik van ultraviolette straling om het DNA van micro-organismen te beschadigen, waardoor deze zich niet meer kunnen vermenigvuldigen. Het grote voordeel van deze methode is dat er geen schadelijke chemische bijproducten ontstaan, wat het veiliger maakt voor zowel het milieu als de gezondheid van de bemanning. Bovendien is UV-behandeling flexibel en effectief in verschillende soorten water, ongeacht het zoutgehalte. Het onderhoud is eenvoudiger omdat UV-systemen minder chemische opslag en omgang vereisen. Echter, ook UV-behandeling kent beperkingen. De aanwezigheid van deeltjes in troebel water kan het UV-licht blokkeren, waardoor de effectiviteit vermindert. Dit vereist vaak voorafgaande filtratie om de helderheid van het water te waarborgen. Daarnaast verbruiken UV-systemen relatief veel energie, wat de operationele kosten kan verhogen en de energie-efficiëntie van het schip kan beïnvloeden. UV-lampen hebben bovendien een beperkte levensduur en moeten regelmatig worden vervangen, wat extra onderhoud en kosten met zich meebrengt.

De keuze tussen elektrochlorinatie en UV-behandeling hangt af van verschillende factoren, waarbij waterkwaliteit een belangrijke rol speelt. Elektrochlorinatie werkt beter in zout water, terwijl UV-behandeling geschikter is voor water met een lager zoutgehalte. Schepen die in diverse geografische regio’s opereren, kunnen profiteren van de flexibiliteit van UV-behandeling. Operationele behoeften, zoals energievoorziening en onderhoudsvereisten, zijn ook cruciaal bij het kiezen van een BWTS. Schepen die aan strengere milieunormen moeten voldoen, zullen vaker kiezen voor UV-behandeling om de productie van schadelijke bijproducten te vermijden. Het combineren van verschillende technologieën, zoals mechanische scheiding gevolgd door UV-behandeling, kan de effectiviteit van ballastwaterbeheer verder vergroten en zorgen voor een meer robuuste oplossing.

Alternatieve technieken voor ballastwaterbehandeling

Naast de veelgebruikte technieken zoals elektrolyse (EC) en UV-straling zijn er diverse andere effectieve oplossingen beschikbaar voor ballastwaterbehandeling. Voorbeelden hiervan zijn filtratie en sedimentatie, geavanceerde oxidatieprocessen (AOP), elektrochemische behandeling, deoxygenatie, warmtebehandeling, ultrasone cavitatie, magnetische veldbehandeling, pasteurisatie, chemische injectie en ozonbehandeling. Meer informatie over de specifieke werking van deze technieken, hun voor- en nadelen, en welke scheepstypen het meest geschikt zijn, kunt u lezen in mijn artikel: “Alternatieve technieken voor ballastwaterbehandeling”.

Impact op scheepvaart en milieu

De invoering van het Ballastwaterverdrag heeft grote gevolgen voor zowel de scheepvaartindustrie als het milieu. De aanschaf en installatie van ballastwaterbehandelingssystemen (BWTS) brengen aanzienlijke kosten met zich mee, wat vooral voor kleinere reders een uitdaging kan zijn. Naast deze initiële kosten kunnen ook de operationele kosten stijgen door een hoger energieverbruik en de onderhoudsvereisten van deze systemen. Op de lange termijn kunnen deze investeringen echter leiden tot besparingen, doordat boetes worden vermeden en ecologische schade wordt voorkomen.

Daarnaast is de integratie van een BWTS in bestaande schepen vaak technisch uitdagend, vooral door de beperkte ruimte aan boord en de aanpassingen die nodig zijn voor de ballasttanks. Innovatieve ontwerpaanpassingen en nauwe samenwerking met technologiepartners zijn essentieel om deze uitdagingen te overwinnen. 

Vanuit milieuoogpunt levert het verdrag een belangrijke bijdrage aan de bescherming van mariene ecosystemen, doordat het de verspreiding van invasieve soorten beperkt. Dit versterkt de biodiversiteit en bevordert gezonde mariene habitats, wat essentieel is voor duurzame visserij en toerisme. 

Tot slot speelt internationale samenwerking een cruciale rol in het succes van het verdrag. Door nationale en internationale regelgeving, zoals die van de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) en de Amerikaanse kustwacht (USCG), op elkaar af te stemmen, wordt een gelijk speelveld gecreëerd voor de wereldwijde scheepvaartsector. Dit stimuleert milieuvriendelijke praktijken wereldwijd, waardoor alle schepen, ongeacht hun herkomst, bijdragen aan het gemeenschappelijke doel van milieubescherming en duurzame scheepvaart.

Meer informatie

Wilt u meer weten over de vereisten voor ballastwaterbeheer volgens het Ballastwaterverdrag? Bezoek dan de officiële pagina van de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) voor Ballast Water Management.

Contact opnemen

Contactgegevens Berger Maritiem:

Straat en postcode:

Steur 50, 3344 JJ

Plaats:

Hendrik-Ido-Ambacht

Land:

Nederland

Telefoonnummer:

078 6 414 525

E-mailadres:

Contactformulier

Bel

Contactformulier

Contactformulier